Friday, January 1, 2010

Five and Dime (1973) – 8.5


Wat zijn vierde album in een lange, luisterrijke carrière had moeten zijn, is in retrospect Ackles’ zwanenzang gebleken. De verkoopcijfers vielen tegen, er was geen geld voor een grootschalige promotiecampagne, en na Five and Dime verliet Ackles geruisloos de muziekwereld. Dat hiermee de popmuziek een groot onrecht aangedaan is, blijkt wel uit de twaalf liedjes die zijn laatste album vormen.


Wederom is er bitterzoete melancholie (One Good Woman’s Man, Photograph of you, I’ve Been Loved) en politieke bevlogenheid (Run Pony Run, Aberfan). Maar Five and Dime brengt ook de humorist in Ackles naar boven: Surf’s Down is een hilarische pastiche op de Beach Boys, compleet met hoge koortjes en verteld vanuit het perspectief van een oudere surfdude (Now when I pick up a girl I say as nice as I can, 'Wanna tandem,' but she says, 'You dirty old man.'). En Jenna Saves is het tragische verhaal van Jenna Pearl, die op haar tiende een riante erfenis krijgt die ze tot haar dood met niemand wil delen. Ackles eindigt zonder een greintje mededogen, ‘And now she rides a golden horse in Hell of course.’


Dat Five en Dime niet het bizarre niveau van American Gothic haalt, komt deels doordat het album er niet in slaagt een eenduidig verhaal over te brengen. Het is een verzameling liedjes – ontroerende, grappige, scherpe liedjes – geen visionaire kijk op het Amerikaanse leven. Wel laat Ackles op zijn laatste album zien dat zijn liedkunst het ook zonder grootse arrangementen kan stellen: de beperkte begeleiding, soms alleen zijn eigen piano, doet niets af aan de melodische en lyrische schoonheid van de liedjes en Ackles’ zang.


In alles is Five en Dime een waardige zwanenzang, en als de laatste noot geklonken heeft, blijft slechts een gevoel van groot onrecht, van groot ongenoegen ook met het feit dat zo’n talentvolle artiest zich zo vroeg in zijn carrière gedwongen zag de muzikale arena te verlaten.

No comments:

Post a Comment